Alento

Blog



De Ontwarring



Commentaar op actuele onderwerpen.




Psychologie van Cartoons:

spel met betekenis


CvdV
1.0 : Woensdag 15 februari 2006 18:42

September 2005 las ik vol verbazing over de commotie in Denemarken over enkele spotprenten. Tekeningen! Zo'n reactie is in het tegenwoordige Europa vrijwel alleen te verwachten van uiterst conservatieve religieuze groeperingen, die hoofdzakelijk nog Islamitisch zijn. Het bleef bij een korte affaire, maar de geest was nu uit de fles en krijg 'm er dan maar weer in terug. Het beloofde weinig goeds voor de vrijheid van humor.

Dat de Doos van Pandora geopend is blijkt sinds 26 januari. Vervolgens zagen we een wereldwijde verspreiding van dramatiek en consternatie, agitatie en agressie, met talrijke bekende uitingen van absurde demagogie, Group Think , massa-hysterie - bizarre, hier en daar bijna psychotische taferelen - en dat alles schijnbaar om enkele velletjes papier. Koddige tekeningetjes, niet bepaald vilijn, sommige wat scherper dan de ander, maar zeker niet extreem.

Al weken worden dagelijks in kranten, opiniebladen, aktualiteitenprogramma's talrijke meningen en analyses ten beste gegeven die het conflict benaderen vanuit allerlei invalshoeken. Iedereen is het er over eens dat aan deze affaire talrijke aspecten en facetten kleven: religieuze, culturele, maar ook ethische, morele, en zeker ook politieke en sociologische. Toch blijken verbazend genoeg de psychologische dimensies nauwelijks aan bod te komen, terwijl die hier bij uitstek een rol spelen. De hele 'werking' van een grap, een gag, een karikatuur, een cartoon, .. komt immers allereerst psychologisch tot stand. Daarom hier een commentaar vanuit psychologische invalshoek.

Al in 1978 tekende ik deze strip over de terreur van humor ..
Terreur van de Lach, 1978 (fragment)

Werking van humor



Wat is het kenmerkende van een cartoon - het typische karakter van een karikatuur? Er zijn natuurlijk alle mogelijke soorten cartoons, scherpe, flauwe, hilarische, zure, lieftallige, gruwelijke, luchtige, zware, subtiele en grove. Scherpere vraag is dus, wat is hierin de gemeenschappelijke factor? Hoe dan ook, ik denk dat één eigenschap bij uitstek de cartoon 'maakt'. Een goede cartoon zet aan tot denken.

De kracht van een beeld is dat het in één oogopslag een complexe structuur kan blootleggen, of suggeren, vanuit een bepaald perspectief.
De beoogde invalshoek kan informatief zijn (realistisch), maar ook mythologisch, symbolisch, demagogisch, enzovoorts - maar zeker ook humoristisch.

- Humor -is allereerst te karakteriseren als een manier van betekenisgeving. Het is een vorm van classificatie.
Een goede grap maakt gebruik van vertrouwde kenmerken (cliché's, stereotypen en sjablonen), en brengt deze samen, tongue in cheek, in een afwijkende, wat merkwaardige situatieschets. Gaandeweg worden in deze plot steeds meer contra-logische en absurde combinaties gemaakt, waardoor een spanningsvolle verwachting (suspense ) wordt opgebouwd. Plotseling wordt met de punchline een totaal onverwacht perspectief geïntroduceerd waardoor de situatie in een nieuw frame wordt geplaatst en de toedracht een verrassende wending krijgt. De problematische elementen worden fel uitgelicht en de clou legt koddige en kolderieke oorzaken bloot. Zo worden façades ontmanteld, ficties ontmaskerd, iconen ontluisterd en dreigingen ontkracht. Onvermoede uitwegen en oplossingen worden zichtbaar, en sluimerende spanningen ontladen in een bevrijdende lach.

"Men will take almost any kind of criticism except the observation that they have no sense of humor." (Steve Allen (1921-....), US TV personality, songwriter).

Therapeutische humor



De psychologische kracht van humor wordt treffend beschreven door Cloé Madanes, in haar seminar toespraak ' The Use of Humor in Psychotherapy' (1983; zie ook in: Zeig, J. (ed.), 1985b).
Zij zegt het zo: elke sociale situatie - bijvoorbeeld een uiting van iemand, zoals een uitspraak of een tekening, die iets communiceert naar een ander - heeft net als een verhaal een bepaald genre: variërend van komedie, klucht, tot avontuur, romance, erotiek, mysterie, enzovoorts, maar ook drama en tragedie. Met een humoristische benadering veranderen we het genre, de focus van de situatie: van zwaar, stug en grimmig naar luchtig, speels en lichtvoetig.

Met name in psychotherapie is humor daarom uiterst nuttig, en niet alleen vanwege het lachen, wat op zichzelf al gezond is. - Humor -is een krachtige strategie voor het direct opengooien van starre mental sets , het introduceren van nieuwe, optimistische eye-openers en alternatieven voor een gegeven probleem. Handige ingrediënten die bij een slimme, strategische toepassing tot drastische omkeringen van inzichten, denkbeelden en emoties kunnen leiden.

Tijdens mijn studie kreeg ik opnamen in handen van een seminar van Madanes waarin zij een groot aantal ingenieuze principes en strategieën van 'strategische humortherapie' uit de doeken doet aan de hand van talrijke sprankelende casusbesprekingen. Hierdoor enthousiast geworden ben ik me gaan oefenen in humortherapie, en sindsdien heb ik daar veel prachtige ervaringen mee opgedaan. Wel werd het me snel duidelijk dat deze technieken alleen werken bij bepaalde combinaties van cliënt, problematiek, doel en stadium van de therapie. De beslissende voorwaarde is dat de cliënt de humor kan 'volgen' - cognitief, maar vooral emotioneel. Als de 'trefkans' onzeker is, dan beter even wachten, en een meer 'neutrale' techniek gebruiken ..

Humor in Therapie, 1980
Zo voorzag ik in 1980 de risico's van humor in therapie ..


(wordt vervolgd ..)


Psychologie van Cartoons:

spel met betekenis

(vervolg)
CvdV
Vrijdag 17 februari 2006 19:37

Ruimte voor interpretatie



Essentieel is dat grappen inspelen op gangbare opvattingen en betekenissen, die bij het publiek aanwezig zijn. Ze zijn bedoeld om die te prikkelen, ermee te spelen, en associatieve en creatieve invallen teweeg te brengen. Maar hoe komt het dat ze deze werking kunnen hebben, deze effecten teweeg kunnen brengen?
Het is duidelijk dat een grap enkel iets 'doet' wanneer die voor de toehoorder ergens op slaat, iets vertelt, dus iets betekent. Geen zinnig mens zal echter beweren dat een bepaalde grap één 'juiste' betekenis heeft. Sterker, het is de vraag of grappen überhaupt van zichzelf een betekenis hebben.

Immers, feitelijk bestaat er helemaal geen 'grap', in materiële objecten en verschijnselen, zoals een krant, boek, blad papier, beeldscherm, enz.. Er is een hoeveelheid zintuiglijke gegevens - een verbaal relaas, een visuele configuratie en dergelijke - die als zodanig, zonder interpretatie of waarde-oordeel, helemaal niets betekent en geen enkel effect sorteert. Er zit geen inhoudelijke betekenis 'in' een verbaal relaas of een visuele afbeelding. Een grap of een cartoon 'bevat' al helemaal geen mechanisme of werkingsproces die een reactie - welke ook - bij een luisteraar of kijker 'veroorzaakt'.
De hele werking van een grap staat of valt bij de actieve verwerking door degene die hem consumeert.

Neem een cartoon. In de grond bestaat dat wat wij 'tekening' noemen uit een losjes afgebakend verschijnsel van de waarneembare werkelijkheid. We kunnen dit redelijk neutraal omschrijven als een fysisch object, of specifieker, als materiële substantie (papier, inkt) in een bepaalde ordening, een structuur. Wanneer we nog wat ervaringskennis toepassen kunnen we stellen dat deze bestaat uit een stel lijntjes, vlekjes en vlakjes op een vel papier.

Vervolgens is het een kleine stap naar de aanname dat deze structuur geen willekeurige speling van de natuur is, maar een menselijke creatie. Bovendien kunnen we aannemen dat hier niet zomaar wat is gekrast en gekleurd, maar dat iets wordt afgebeeld, een of ander referentieel object in een bestaande of althans een denkbare werkelijkheid.

Voor de volgende stap hebben we heel wat meer subjectieve 'lezing' nodig. Alles wat wij aan dat ding toeschrijven, om te herkennen en begrijpen wat het is, of het inderdaad een tekening is, een cartoon, die al dan niet grappig kan zijn voor de één of vervelend voor de ander - kennen wij er zelf, met onze creatieve geest, aan toe. Doorslaggevend voor de 'uitkomst' is ons eigen betekenisgeving, een actief psychisch proces van interpretatie.

Kortom, het mag een cliché zijn maar het is niettemin een waarheid als een koe: humor is - zoals elke betekenis, waardering of beleving - allereerst in the eye of the beholder. Dit mag geen verrassing heten. Hetzelfde geldt immers voor elke hoeveelheid voorwerpen, verschijnselen of gegevens - zolang er althans geen directe en dwingende fysieke inwerking plaatsvindt. Dus ook, en misschien wel bij uitstek - geldt het voor sterke emotionele waarde-oordelen, zoals belediging, kwetsing, krenking, vernedering of - on top - 'provocatie' ..

Dit alles betekent niet dat alle betekenis totaal subjectief, relatief en willekeurig is. Allereerst hebben we in onze hersenen genetisch aangeboren sleutelpatronen en schemata van sensorische, emotionele en seksuele aard, die onbewust en vrijwel 'automatisch' geactiveerd worden bij specifieke waarnemingsgegevens. Het is in principe gezond en functioneel - anders gezegd, rationeel - dat die ' grondbetekenissen' invloed hebben op onze percepties en interpretaties van situaties. Bijvoorbeeld, het zou absurd en enigszins ziek zijn om het overlijden van een dierbare als iets leuks op te vatten.
So wie so lijkt het nogal pervers om plezier te hebben in de ergste ellende van andere mensen, zeker wanneer we het over laffe martelingen en massamoorden hebben (bijv. de holocaust), die onmiskenbaar diepe trauma's hebben achtergelaten in het bestaan van personen of groepen en terecht 'misdaden tegen de menselijkheid' worden genoemd. Maar een cartoon is dat niet: in het slechtste geval wat aan de ranzige kant.

Daarnaast zijn er betekenissen die, binnen een gegeven kader van betekenisgeving - een wereldmodel, ideologie of religie - heel 'redelijk' onderbouwd zijn (logisch sound). Probleem is wel dat het toegepaste model tegelijkertijd, als weergave van de werkelijkheid, nogal onaannemelijk kan zijn, irreëel zelfs, vol tegenstrijdigheden (logisch inconsistent) of ronduit bizar ..

{Zie ook: Dimensies van informatie: gegevens van verschillende bronnen en niveau's. }

In het geval van humor is het absurde juist 'de grap', die ontspannend en relativerend doorwerkt. Serieus toegepast kunnen absurditeiten echter destructief uitwerken, en soms desastreus. Bekende voorbeelden in de psychologie zijn de 'Irrationele Ideeën' van de Rationeel-Emotieve Therapie (RET) (zie Albert Ellis, o.a. 1962), algemeen gangbare denkpatronen die een 'saboterend' effect hebben op keuzeprocessen, emoties gedrag en communicatie.


Gevaarlijke humorist, 1982
Het type 'gevaarlijke humorist', werd al in 1982 gesignaleerd.

(wordt vervolgd)


Psychologie van Cartoons:

spel met betekenis

(vervolg)
CvdV
Donderdag 23 februari 2006 20:07

Ruimte voor interpretatie (II)



Sinds begin 2006 is er dus een wereldwijd 'probleem' met cartoons. Althans, het blijkt dat een aantal mensen, moslims maar ook heel wat niet-moslims, een probleem hebben met het 'consumeren' van cartoons. Het lijkt er sterk op dat zij de 'taal' van cartoons niet verstaan. De diversiteit, de meerlagige aspecten, de dubbele bodems en speelse kanten van de cartoons komen weinig aan bod in de vele, vaak zwaarmoedige reacties. Daarom deze reminders .

Als boven gezegd, de 'werking' van cartoons staat of valt bij de betekenis die de lezers / kijkers er aan geven. Dit betekent dat elke relevantie van een cartoon, elke betekenis of inhoud ervan - ook als die als 'probleem' wordt ervaren - begint bij de eerste stap: interpretatie.

Interpretatie is het eerste keuzepunt dat we hebben in het bepalen van onze reactie op situaties. Misschien gaan microben, planten en andere levensvormen zonder zenuwstelsel - gelijk simpele 'bio-robots' - rechtstreeks met de werkelijkheid om, waarbij ze in relatie tot hun omgeving louter lineair, één-op-één, stimulus-respons, actie-reactie, trial-and-error functioneren. Voor mensen - althans mensen met een gezond werkend zenuwstelsel - ligt dat in elk geval anders.

Uit wetenschapsfilosofie, neurofysiologie en experimentele psychologie is een overweldigende hoeveelheid bewijzen beschikbaar die op een ontnuchterende wijze aantonen dat ons begrip van de werkelijkheid louter ontstaat als een enigszins 'sloppy' constructie in het zenuwstelsel, een soort intra-psychische virtuele wereld. Dat betekent dat wij niets kunnen weten van die werkelijkheid - om het even: merken, denken, beseffen of ervaren - zonder een actieve toekenning van enige subjectieve structuur, anders gezegd, van betekenis, van onze kant: ' Je kunt niet niet-betekenisgeven'.
We bestaan dus noodzakelijk binnen een persoons-gebonden, betekenis-houdende ervaringsruimte, een ' semantische empirie' (C.P. van der Velde, 1984). Deze bepaalt grotendeels wat we bewust ervaren en begrijpen, in onze 'Bubble of Perception' (D. Gordon, 1983). En de laatste is bepalend voor kwaliteit van beleving, zoals welbevinden, voldoening of geluk .. niet onbelangrijk dus!
{Zie ook: Principes van Modelvorming: mogelijkheden van kennis, informatie en logica. }

"We cannot climb out of our mind" (Richard Rorty, 1980).
"Wat kenbaar is, is de wisselwerking tussen waarnemer en het waargenomene, en nooit de onafhankelijke eigenschappen van het waargenomene op zich." (Walsh, R.N., 1979, p.180).
"Man's truth is never absolute because the basis of fact is hypothesis" (Ch.S. Peirce, Writings vol.I, p.7).


Filters in bewuste waarneming
Wat we bewust waarnemen wordt gefilterd door ons wereldmodel.



Kortom, onze waarnemingen en gedachten over de wereld zijn altijd en onvermijdelijk een mix van gegevens van buitenaf (exogeen) en van projecties van binnenuit (endogeen). Toch is dat niet het hele verhaal. Wanneer we onze aandacht meer op de algemeen herkenbare eigenschappen van een ding richten - met name de direct zintuiglijk waarneembare (empirische) kenmerken - dan is onze perceptie relatief neutraler, niet louter subjectief, minder arbitrair of 'partijdig', en dus objectiever, dan wanneer wat we toevoegen vanuit onze eigen associaties, overtuigingen en emoties.

Stempels op de cartoons



Terug naar de cartoon-affaire. (Zie voor een aktuele stand van zaken: d.d. 23-02-2006).

Overal hebben we onderhand die afbeelding gezien van een bebaarde figuur met een tulband waarin duidelijk een ouderwetse bom verpakt zit - van het type dat we kennen uit talrijke strips: zwarte bol met lont - die elk moment kan ontploffen. Maar wat 'betekent' deze tekening verder?

Jensen Posten, 30 sep. 2006 Grap-uitleg. Geruststelling. Variant René Magrite. Restgrap.
Jensen Posten,
30 sep. 2006.
Grap-uitleg.
Geruststelling.
Variant
René Magrite.
Restgrap.
Variaties op een profeet, februari 2006 (diverse bronnen).

De tekening is misschien goed of slecht uitgevallen, maar niettemin een portret van een man die gelet op gelaatstrekken, baard en tulband een Arabische achtergrond zal hebben. In de tulband zit een rokende bom, wat op zich absurd lijkt - tenzij we denken aan het verschijnsel van zelfmoord-terrorisme dat zich van explosieven bedient en dat de laatste decennia vrijwel uitsluitend, en met enige regelmaat, wordt gebezigd door extremistische Islamisten. Met dien verstande, dat deze hun bommen eveneens op hun lichaam dragen, hoewel meestal niet in een tulband.

Naar het schijnt staat op de tulband een Islamitische geloofsbelijdenis gekalligrafeerd: "Ik geloof in één God en Mohammed is zijn profeet". (volgens Youssef Azghari, in Trouw, 14-02-2006, V. p.8).
Verder weten we dat deze tekening gemaakt is naar aanleiding van de problemen die de schrijver Kaare Bluitgen in Denemarken had om een illustrator te vinden voor zijn kinderboek 'De Koran en het leven van de profeet Mohammed'. De kennelijke reden: angst voor Islamitische represailles. Het gegeven dat kennelijk zo'n vrees en terughoudendheid heerst, om simpelweg wat tekeningen te maken, is voor West-Europa op zich al ongekend - afgezien van periodes van absolutistische dictatuur zoals onder middeleeuwse Inquisitie en nazistische terreur. Juist vanwege dit klimaat van angstvalligheid daagde de Deense krant Jyllands-Posten tekenaars uit om cartoons van Mohammed in te sturen. Kortom, wie we zien afgebeeld is kennelijk 'Mohammed met een rokende bom in zijn tulband'.

Bedoeling van de cartoonist is uiteraard niet te beweren dat de historische Mohammed in zijn tijd een terrorist was die met bommen gooide. Immers, er waren in die tijd - rond 600 n.C. - nog helemaal geen bommen: deze raken pas in de elfde eeuw bij Arabieren in gebruik.

Hoewel sommige Islam-kenners vraagtekens zetten bij het bestaan van de historische Mohammed, is het duidelijk dat Mohammed, indien hij bestaan heeft, - behalve zelfbenoemd 'profeet', waar je al dan niet in kunt geloven - in ieder geval een strijder was, een krijger, die een redelijk straf regime voerde over zijn onderdanen, wat we nu wel als dictatuur zouden aanduiden, en waarschijnlijk niet een heel 'verlichte' dictatuur. Daarnaast was Mohammed legerleider, en volgens de overlevering onverbiddelijk jegens zijn tegenstanders, wreed wellicht, althans als we uitgaan van de voor-middeleeuwse mores in de Arabische streken. Daarbij was het gebruik van wapens - zwaarden en messen en andere handwapens - hem verre van vreemd, of mensen persoonlijk door hem werden gedood weet ik niet maar het aantal slachtoffers die onder zijn bevel werden gedood zal niet gering zijn.

Kortom, waren er destijds bommen geweest dan had Mohammed daar waarschijnlijk wel gebruik van gemaakt, uit oogpunt van doeltreffend oorlog voeren. Maar: in zijn eigen tulband? Dat zou hem tot zelfmoord-terrorist maken - of 'martelaar' in de ogen van de Islamitische terreurbedijvers. Niets wijst er echter op dat de bedoelde Mohammed deze rol voor zichzelf zag weggelegd.

Dat deze betekenis - Mohammed als terrorist - juist níet bedoeld is, kan worden afgeleid uit stijlfiguren die in humor vaker wordt gebruikt.
Een bekend genre in de humor is die van ironie en satire, parodie en persiflage. Manieren om iets quasi-welgemeend te uiten, bijvoorbeeld een bewering of gedrag om juist de kwalijke of absurde kanten ervan uit te lichten. De karikatuur is daarvan de getekende variant.
Neem de zgn. 'contra-logische samenstelling'. (conceptual fusion: Leech, 1974/ 1976, I, p.60-62). Bijvoorbeeld, een zin als 'de steen spreekt' heeft een meervoudig betekenis-effect: hetzij het is niet echt een 'gewone' steen die spreekt, maar bijv. een steen met een 'betovering', or whatever; hetzij het is niet letterlijk spreken wat de steen doet, maar het heeft bijv. een fraaie kleur of vorm.
Dus hier is de betekenis eerder: 'het is niet echt Mohammed die zich met een bom wil opblazen'. Wie dan wel is dan nog een goes without saying.

Het lijkt mij dan ook dat de quintessence van deze cartoon, de clou van de grap, nogal voor de hand ligt. De laatste decennia gebruiken moslims (bijna) overal ter wereld 'de naam van de profeet' om op arglistige wijze dood en verderf te zaaien onder gelovigen en ongelovigen, militairen en burgers, tegenstanders en zelfs medestrijders als die toevallig in de buurt zijn. Daarbij ontmoeten de daders weinig kritiek uit kringen van 'gematigde' moslims: sterker, eerder begrip, bescherming en steun in woord en daad.

Het middel van terrorisme wordt daarbij, zoals vaker, voorgesteld als 'vrijheidstrijd', maar het betekent wel dat aan ieder buiten de in-group elk recht, van welke aard ook, wordt ontzegd. Het is de absolute en totale vorm van eigenrichting, een unilaterale toeëigening van alle rechten voor zichzelf en directe medestanders. Voor buitenstaanders wordt bestaansrecht een lot in de loterij. Dat lijkt mij de het einde van alle rechtsorde, alle redelijkheid en alle beschaving.

Wat met de cartoons is beoogd, stelt Sylvian Ephimenco (Trouw), is hoogstens " het karikaturiseren van de profeet, en met name dat hij in verband wordt gebracht met terrorisme", waarna hij terecht spreekt van 'legitieme karikaturen'. Let op het 'hoogstens': het is een lezing uit vele mogelijke, niet per se de beste.

selfmurderers
Verschil van opvatting ..


Dat moslims over de hele wereld ontstemd zijn over de cartoons, hoeft niet te verbazen. Men heeft allereerst geleerd dat 'heilige' personen en onderwerpen niet mogen worden afgebeeld, zeker niet door ongelovigen. Want stel je voor dat men iets verbodens zou afbeelden - dan zou de aanschouwer van het beeld het verbodene ongevraagd tot zich nemen, en daardoor aangetast worden in de zuiverheid van zijn ziel en dus geschaad in zijn kansen op heil in het hiernamaals. Vandaar het irrationele idee dat afbeeldingen 'macht' hebben.

Uitspraken, in de Koran of van gezaghebbende schriftgeleerden, worden aan vaste betekenissen gekoppeld waar niet aan getornd kan worden. Zelf-denken van de gelovigen zou afbreuk doen aan de status van absolute waarheid van de interpretaties, het zou het dwingende gezag verzwakken van de geestelijk leiders, en zo de heersende macht ondermijnen. Buiten de gebaande paden denken dient daarom koste wat kost afgeleerd te worden. Vandaar dat censuur een algemeen gangbaar machtsmiddel is in Arabo-Islamitische landen, evenals het taboe op humor en lachen om 'heilige' zaken.

Het is dus geen wonder dat we van moslims uiterst sterke interpretaties en waarde-oordelen vernemen over de cartoons. Deze zouden de profeet, de hele Islam en alle moslims 'associëren' of zelfs 'vereenzelvigen' met terrorisme; daardoor uiterst 'beledigend', 'vernederend' zijn voor profeet, Islam en moslims; bovendien 'demoniserend', en hoe dan ook 'blasfemisch'.

Wat opvalt is de stelligheid van al die uitspraken. Natuurlijk kan men deze cartoons op die manieren opvatten en ervaren - maar dat blijft uiteindelijk een persoonlijke keuze. Het lijkt echter alsof de meest extreme negatieve interpretaties gezocht worden, terwijl mildere interpretaties verontwaardigd worden afgewezen. Zo worden de cartoons naar goeddunken bestempeld en verketterd, om te pleiten voor censuur en taboeïsering. Dit komt neer op de eis van het absolute alleenrecht tot toekennen van betekenis: het toeëigenen, monopoliseren, annexeren van de interpretatieruimte.

Verbijsterend genoeg worden deze arbitraire en extreme interpretaties door velen in het Westen klakkeloos overgenomen: talrijke wetenschappers en intellectuelen, en zelfs politici en wereldleiders zoals Javier Solana (EU), Kofi Annan (VN), Jose Luis Zapatero (Spanje), Jack Straw (Engeland), Bill Clinton en anderen. Daardoor zijn de meest zwaarmoedige en rigide interpretaties van de cartoons - eigenlijk van elke denkbare cartoon die mogelijkerwijze iets Islamitisch tot onderwerp zou hebben - nu mondiaal, 'van hogerhand' als het ware, bevestigd, geïnstitutionaliseerd, 'versteend'. Dit betekent dat de afbeeldingen op zichzelf iconen zijn geworden, streng gedefinieerd in hun betekenis, 'complex bezet' met emotionele associaties, 'hevig beladen': bestempeld als anti-religieus, van bijna diabolische en satanische soort.
Daardoor verliest de humor aan ruimte en vrijheid. Dat is niet alleen verlies voor de 'cultuur van de humor', maar meer nog, voor de vrijheid van interpretatie, en daarmee de vrijheid van denken.

Het is natuurlijk niet uitgesloten dat we het verloren terrein weer terugkrijgen. Ik vraag me wel af hoe. Misschien door dialoog, wellicht door 'grap-uitleg'. Eventueel via humor .. maar kan dat nog?

CagleJihad
Tekenles nieuwe stijl ..

In de reacties op de cartoons zijn bekende Irrationele ideeën te herkennen uit de Cognitieve therapieën:
(·) "De mening van iemand anders over mijzelf is altijd betrouwbaarder, belangrijker, beter, dan mijn eigen mening over mijzelf" (W. Dyer, 1976).
(·) "Ik moet min of meer onafgebroken geaccepteerd en gewaardeerd worden door anderen; zowel door belangrijke als onbelangrijke personen in mijn omgeving" (M. Maultsby, 1970/ nr.2).

Namby Pamby (1725), by Henry Carey.



"All ye Poets of the Age!
All ye Witlings of the Stage!
Learn your Jingles to reform!
Crop your Numbers and Conform:
Let your little Verses flow
Gently, Sweetly, Row by Row:
Let the Verse the Subject fit;
Little Subject, Little Wit.
Namby-Pamby is your Guide;
Albion's Joy, Hibernia's Pride.
"


Psychologie van Cartoons:

spel met betekenis

(vervolg)
CvdV
Vrijdag 24 februari 2006 15:57

Respect en andere plooibare begrippen



Als volgende stap in het cartoon drama klinkt luid de roep om 'respect'. We horen dat de cartoons 'respectloos' zijn, vele moslims voelen zich met deze cartoons in hun 'waardigheid' aangetast, vooral wanneer rond de cartoons een sfeer van 'lacherigheid' ontstaat. Tekenaars en media maken daarmee 'misbruik van hun vrijheid'. Gesteld wordt dat het recht op vrije meningsuiting mooi is maar geen plicht, terwijl 'respect tonen' voor religies en hun 'dogma's' veel eerder een plicht is, die bovendien voorrang verdient. Ook deze beweringen vinden bijval bij Westerse leiders en instituties.

Natuurlijk zijn ethische waarden zoals 'respect', 'waardigheid' en 'integriteit' bijzonder belangrijk in intermenselijk verkeer. Het betreft streefnormen die op zichzelf alleszins nobel en loffelijk zijn en alom bijval en instemming zullen oogsten. Toch kleven er haken en ogen aan dit soort normen en waarden.

Allereerst hebben deze waarden vooral betrekking op persoonlijke relaties, zowel in privésfeer als op zakelijk vlak. Je wilt dat je partner, je vrienden, je familie rekening houden met je gevoelens, en je wilt dat winkeliers, bedrijven en anderen beleefd en correct met je omgaan. Voldoen mensen daar niet aan, dan praat je daarover, of je neemt wat meer afstand.
Buiten deze persoonlijke contacten is de wereld echter nog steeds een tamelijk ruige plek, een jungle in veel opzichten. Het is simpelweg niet realistisch, ook wat kinderlijk, om te verwachten of te eisen dat iedereen altijd maar leuk en aardig tegen je doet.
Wat veel belangrijker is dat concrete rechten en belangen niet onrechtmatig geschaad worden, en daar hebben we - goddank - het systeem van de rechtsorde voor, met al zijn structuren en instituties (die zeker ook niet altijd perfect werken maar dat is een ander verhaal).

Daarnaast gaat het bij termen als 'respect' en 'waardigheid' om zeer veelomvattende begrippen, die in betekenis uiterst plooibaar en rekbaar zijn. Zulke containerbegrippen verwijzen naar complexe subjectieve betekenissen in plaats van zaken die empirisch kunnen worden aangetoond. Daardoor zijn ze niet te verifiëren of te falsifiëren en dus niet toetsbaar. Hierdoor kunnen ze vrijwel onbeperkt op situaties worden toegepast (het zgn. Barnum effect ). Op dezelfde manier kunnen we er bij een ander altijd uitzonderingen op vinden en kan die er oneindig op blijven 'falen'. Bijvoorbeeld:
(·) Ieder kan in elke sociale situatie altijd wel een aanleiding vinden om zich niet 'gerespecteerd' te voelen. Je kunt altijd wel èrgens een tekort aan 'respect' bespeuren.
(·) Ieder kan zich bij vrijwel elke bejegening wel in zijn 'waardigheid' of 'integriteit' aangetast voelen - zowel bij een goed bedoelde attentie als bij een meningsverschil (Veel absurde humor is bij uitstek op dit soort absurditeiten en koddigheden gebaseerd).

Met andere woorden, deze kwalificaties - maar ook hun tegendeel - zijn altijd toepasbaar. Natuurlijk, ze zullen in bepaalde situaties van toepassing zijn, maar ze laten ook grenzeloos ruimte voor lukrake waarde-oordelen, verwijten en beschuldigingen. Mensen die tot slachtofferisme of revanchisme neigen kunnen hier ongebreideld gebruik - of misbruik - van maken. Je stelt gewoon dat iemand je niet respecteert en je kunt allerlei genoegdoening eisen. Het is dan ook een beruchte aanleiding tot het gruwelijke verschijnsel van 'zinloos geweld' op straat, dat al heel wat prima mensen het leven heeft gekost (elke grotere stad telt tegenwoordig wel de nodige gedenkplaatjes van deze echte slachtoffers).


Communicatie via tekengeving
De tekens die we gebruiken als we communiceren hebben niet per se een 'zinnige' betekenis.



Het is kortom niet erg zinvol om abstracte begrippen en waarde-oordelen te hanteren om mensen tot bepaald gedrag te bewegen. Het zijn wollige kreten, met mistige betekenissen en wazige randen. Zonder nadere precisering communiceer je er weinig of niets mee. Iedereen heeft de neiging er zijn eigen betekenis in te leggen, en vervolgens denken mensen er over te communiceren terwijl in werkelijkheid niemand weet waar de ander het over heeft.

Een betere oplossing lijkt me, dit soort begrippen te bewaren voor de persoonlijke levenssfeer, en voor de publieke sfeer af te spreken dat we termen als 'respect' gebruiken voor concrete gedragingen en effecten die eenduidig te constateren zijn. Bijvoorbeeld, je zou 'respect' dan kunnen opvatten in de zin van: niet benadelen, niet hinderen, niet schaden. De benadeling, hinder of schade moet dan wel eenduidig zijn vast te stellen: dus lichamelijk, materieel, of sociaal. Denk aan reputatie-schade als gevolg van gerichte belediging of laster tegenover derden. Deze zaken zijn overigens in het Westers recht in het algemeen al behoorlijk goed uitgewerkt - hoewel uiteraard altijd voor verbetering vatbaar. Een terugkeer naar middeleeuwse (Arabische) wetten lijkt mij echter geen vooruitgang.

Behalve in communicatie en sociale interactie kunnen abstracte begrippen en waarde-oordelen een verwarrende en ontregelende rol spelen in het individuele, psychische functioneren van mensen. Het idee dat begrippen in de taal een 'vaste betekenis' hebben, berust op bekende Irrationele Ideeën die gemakkelijk tot problemen leiden, bijvoorbeeld:
(·) "Er zijn bepaalde absolute en universele definities van (abstracte) begrippen of waarden, zoals geluk, succes, moraal, liefde, etc. " (Farghuer & Lowe, 1968/ nr.9).
(·) "Er bestaat een vaste, universele, objectieve en absolute hiërarchie van waarden" (Farghuer & Lowe, 1968/ nr.3a).
(·) "Er bestaan zaken zoals het 'Ware', het 'Goede', het 'Schone', die allemaal samenvallen in één ondeelbare eenheid: Het 'Absolute', God, het Lot, het Al, het Universum, enz.".



Psychologie van Cartoons:

spel met betekenis

(vervolg)
CvdV
Woensdag 1 maart 2006 17:03

Magische effecten van een tekening



"Hij is een dwaas,
dus is hij heel boos geworden
toen iemand 'dwaas!'
riep ..
"
(Kasendô).

Opvallend is verder de stortvloed aan arbitraire en meestal volstrekt ongeloofwaardige oorzaak-gevolg uitspraken, causale determinatie/attributies, in verband met de cartoons. Hoevaak horen we niet: 'Als gevolg van de tekeningen ..', 'ten gevolge van de tekeningen ..', of, iets rekbaarder, 'vanwege de tekeningen ..'. Met name doelt men natuurlijk op het 'krenkende' en 'kwetsende' karakter van de tekeningen. Er wordt volop gewezen op 'gevoeligheden', 'gevoelige kwesties' die geraakt of geschaad zijn. De cartoons worden hierbij als - letterlijk - grof geschut gezien, wapens die heel wat aanrichten: ze zijn een 'aanval' op waarden, cultuur en identiteit van moslims, het is 'geweld', 'spugen op moslims', 'gevaarlijk en verwoestend', enzovoorts.

De tekeningen blijken bovendien de macht te hebben, volgens velen, om - na de nodige 'kwetsende' effecten - bij de 'slachtoffers' allerlei heftige handelingen en gedragingen teweeg te brengen. Ze zijn, begrijpen we, 'provocerend' (veroorzaken tegenreacties), zijn 'opruiend' (zetten aan tot wangedrag of misdrijf), 'zaaien haat' (veroorzaken vijandigheid), zijn 'terroristisch' (veroorzaken angst door wreedheden).

Dit soort meldingen van - verhoudingsgewijs - buitensporige invloeden en aandoeningen krijgen eveneens volop bevestiging en bekrachtiging door wereldleiders, van EU, VS, Engeland, en VN.

Daarbij wordt vaak ronduit gesteld dat de makers en verspreiders van de tekeningen tevoren de bedoeling hadden om al die effecten te 'veroorzaken', of anders hadden moeten weten dat ze op deze wijzen zouden 'werken'.

Wat een bovenaardse macht hebben die paar schetsjes kennelijk! Externe gebeurtenissen van tamelijk kleinschalige omvang, kortstondige duur en beperkte reikwijdte, krijgen de status van oorzakelijke (causale) factor, en wordt een enorme, draconische invloed toegedicht op gemoedstoestand en psychische gezondheid van de betrokkene.

Dit soort beweringen zijn buitensporig om meerdere redenen. Daarbij wil ik voorbijgaan aan de vele heftige betogingen en rellen van moslims in Islamitische maar ook Europese landen, de eerste weken van februari, die immers duidelijk georkesteerd waren door intriganten en organisaties achter de schermen. Veel belangrijker is dat vele gematigde moslims en niet-moslims over de hele wereld deze opvattingen huldigen. Hierin herkennen we diverse denkpatronen die meestal leiden tot forse emotionele en gedragsproblemen:
(1) Het veronderstellen van directe immateriële beïnvloeding 'op afstand' (als het ware telekinetisch); overmatige interpersoonlijke beïnvloeding en 'oorzaak-gevolg' patronen in menselijke interactie: Cause-effect (Bandler & Grinder, 1975/ 1977, p.92-95); fysische omstandigheden leiden noodzakelijk tot specifieke psychologische of subjectieve effecten (Maultsby, 1970; Mercx, 1987, p.42).
(2) Het aannemen van een overmatige invloed van de buitenwereld (ander of ding) op het zelf. Het impliceert 'Quasi-automatische reacties/ belevingswaarden', een Mechanisch mensbeeld waarin voor keuzevrijheid geen plaats is.
(3) Dit kan stimuleren tot Overmatig beroep op 'verzachtende' omstandigheden: Mauvais destin; Misplaatste ' Locus of Control' (extern i.p.v. intern); of overdreven 'Slachtoffer-pose'.
(4) Het voorwenden van onbetwistbare toekomst-voorspelling (clairvoyance); overmatige voorspellingen (Walen, DiGuiseppe & Wessler, 1980, p.75); 'Gedachten-lezen in een glazen bol' (Bandler & Grinder, 1975/1977, p.144), enz..

In de overmatige oorzaak-gevolg toeschrijvingen herkennen we weer de nodige Irrationele Ideeën uit de cognitieve therapievormen:
(·) "Menselijk leed dan wel welbevinden kan, zonder fysiek contact, van buitenaf veroorzaakt worden" (A. Ellis, 1962/ nr.5a).
(·) "Andere mensen, dingen of gebeurtenissen kunnen je 'goed' of 'slecht' doen voelen, ook al treedt er geen fysiek contact op" (M. Maultsby, 1970/ nr.4).
(·) "Dingen die ik niet leuk vind of waaraan ik een hekel heb, zouden niet moeten bestaan; dingen die ik graag zag gebeuren, zouden moeten gebeuren" .. "Ik zou niet op deze wijze door de dingen teleurgesteld, gefrustreerd, tekortgedaan moeten worden" (Lembo/ nr.5.3/ D).
(·) "Dat mensen een 'vrije wil' hebben is een illusie." (o.a. Daniel Dennett).

Het komt er op neer dat enkele externe gegevens, zoals cartoons, over grote afstand een zelfstandige, voldoende, unieke en noodzakelijke causale 'stuwkracht' uitoefenen op moslims over de hele wereld. De betreffende moslims worden daarbij voorgesteld als volkomen passief en hulpeloos, als een soort passieve 'speelbal' door deze kracht getroffen, en tot specifieke heftige reacties gebracht. Op grond van algemene psychologische inzichten is zoiets volstrekt onaannemelijk.

Zonder directe fysieke invloed kunnen mensen hoogstens indirect, via communicatie, iets (bij)sturen aan de bewuste of onbewuste reactiepatronen van een ander. Dit kan bijvoorbeeld door het bieden van informatie, aanwijzingen, of bevelen. Maar zonder verdere, directe macht van de zender blijft het aan de ontvanger om het 'aanbod' al dan niet op te pakken, en te bepalen op welke manier. De sleutel tot directe sturing van iemands eigen functioneren blijft liggen binnen de grenzen van diens persoonlijke verantwoordelijkheid.

Het is duidelijk dat we als mens beïnvloed worden door anderen, ook als dat alleen via communicatie gebeurt. Maar er moeten heel wat voorwaarden worden vervuld voordat er een 'dwingend' effect optreedt. Er zitten gewoon te veel schakels tussen waarneming en reactie.


Ten Factor Model
Tien Factoren Model van het menselijk functioneren:
Talrijke schakels tussen omgeving en reactie.
(Versimpeld pijldiagram).

Zie de pagina Tien Factoren Model van het menselijk functioneren.


De 'kracht' van de cartoon wordt uiteindelijk bepaald door de waarnemer ervan. De macht van de grap, de cartoon, de belediging, is dan ook afhankelijk van de actieve inbreng van wie hem consumeert. Zoals Ayaan Hirsi Ali het stelde, op haar eigen, nogal 'ongezouten' wijze: "Als moslims prolemen hebben met de publicatie van cartoons met de beeltenis van Mohammed, dan moeten zij maar een andere kant opkijken" (in Noors dagblad Dagsavisen).


In cognitieve therapie worden een aantal 'rationele' principes gehanteerd die de aandacht richten op eigen inbreng en zelfsturing leggen.

Interne Locus of Control:


(·) "Wij raken niet van streek door de dingen, maar door onze gedachten over die dingen" (Epiktetus, 55-138 n.C., 'Encheiridion').

Zelfstandigheid:


(·) "Het gezonde individu neemt de verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven op zich, en, hoewel hij af en toe graag hulp of medewerking van anderen krijgt, heeft hij deze niet absoluut nodig voor zijn eigen welbevinden" (Ellis, 1974, p.159-160, nr.2).

Eigen verantwoordelijkheid:


(·) "De cruciale filosofische vraag is: hoe werkt de menselijke geest dat zoiets als kennis mogelijk is. De humane cultuur impliceert zuivere rationaliteit en volledige zelfverantwoording der individuen." (Ernst Casirer, 1929, 1932).
(·) "Unlike the orthodox psychoanalytic and the classical behavioristic psychologies, rational-emotive therapy seperately places man in the centre of his own emotional fate and gives him almost complete responsibility for choosing to make or not make himself seriously disturbed." (Ellis,A., 1974, p.4).
(·) "Wat goed is en wat niet goed is, hebben wij iemand nodig om ons dat te vertellen?" (Socrates, volgens Plato, in 'Phaidoon').
(·) "De mens is dwaas als hij de Goden bidt dat te doen waartoe hij zelf in staat is" (Een uitspraak van de Griekse wijsgeer Epicurus).

Het is natuurlijk ook weer niet zo dat we met onze 'wil' of 'gedachtenkracht' al onze gevoelens op elk moment volledig 'op commando' naar onze hand kunnen zetten.
"Ieder mens die beweert dat geluk geheel van binnenuit komt zou gedwongen moeten worden 36 uur in een sneeuwstorm te zitten, schaars gekleed en zonder voedsel" (Bertrand Russell, 1975).

Alleen, zesendertig uur in sneeuwstorm is wel wat anders dan een cartoon bekijken .. Dat is meer een 'onschuldige kwelling' die uitdaagt, prikkelt, misschien tergt tot het uiterste. De essentie is echter dat je niet per se hóeft te lijden onder de situatie. En waarom zou je jezelf kwellen? De crux wordt weergegeven met een Bulgaars gezegde: 'Als je wilt verdrinken, martel jezelf dan niet met ondiep water'.
De kunst is om er tegen te kunnen, boven te staan, overheen te stappen - of anders de 'pijn' te verdragen totdat die overgaat.

"Dying is easy, comedy is hard"
(Edward Gwenn).

"Your biggest fight is with your own mind"
(S. Guzzati, over haar strijd tegen de censuur van satire door RAI Uno onder Silvio Berlusconi).



§ Naar top van pagina
§ Naar vorige pagina
§ Home
§ Alento - Training & Advies
§ Contact
§ Copyright
§ Disclaimer

© 1986-2006, C.P. van der Velde.

Deze website wordt verspreid c.q. gepubliceerd onder behoud van auteursrechten en alle overige rechten,
en onder voorbehoud van eventuele wijzigingen of errata.
Aan inhoud, vorm, of enig gebruik van deze website kunnen geen rechten van welke aard dan ook worden ontleend.